Geschiedenis

Het ontstaan en het verschil tussen het Nedersaksisch en het Nederlands

Het is belangrijk om te begrijpen dat het Nedersaksisch niet gewoon een ‘dialect van het Nederlands’ is. Deze taal heeft zijn eigen plek naast het Nederlands. Dit heeft ermee te maken dat het Nedersaksisch andere ’taalvoorouders’ heeft dan het Nederlands. Om het in familietermen uit te drukken: je zou het Nedersaksisch eerder als een verre achternicht of neef kunnen beschouwen dan als een ‘kind’ dat voortkwam uit het Nederlands.

Bovenaan de stamboom staat het Oer- of Protogermaans, waaruit verschillende Germaanse takken voortkwamen, zoals het Oost-, Noord- en West-Germaans. Het West-Germaans splitste zich rond 500 na Christus in het Oudfrankisch (ook bekend als Oudnederlands), Oudhoogduits, Oudfries en Oudsaksisch (ook bekend als Oudnederduits). Zoals je kunt zien stamt het huidige Nederlands af van het Oudfrankisch, en het Nedersaksisch van het Oudsaksisch.

De stamboom van het Nedersaksisch is hier in rood weergegeven (versimpelde weergave). Het oranje vakje is wat we nu als Standaardnederlands kennen. In deze afbeelding zijn de verschillende wegen die beiden talen hebben afgelegd duidelijk zichtbaar. (bron: http://lowlands-l.net/grammar-new/language.php)

De verspreiding van het Nedersaksisch en de Hanzeperiode 

Het Nedersaksisch ontstond vanuit de Saksen in wat nu Noordwest-Duitsland en Oost-Nederland is. In het begin woonden de Franken in Oost-Nederland, maar toen de Romeinse Limes (verdedigingslinie langs de Rijn) in 270 na Christus werd verlaten, namen de Saksen die ruimte in. Dit is waar het Nedersaksisch in het oostelijke en noordelijke deel van de regio begon te ontstaan. De taal werd voertaal in het Nedersaksisch gebied en verwierf een belangrijke positie en status. Tijdens de belangrijke Hanzeperiode was het Nedersaksisch bijvoorbeeld erg belangrijk als handelstaal en had het invloed op zaken en cultuur. Sprak je toen geen Nedersaksisch? Dan kon je waarschijnlijk een goede deal vergeten.

De verschillende Nedersaksische dialecten ontstonden door geografische scheiding, sociale veranderingen en verschillende historische gebeurtenissen. Het Oudsaksisch ontwikkelde zich gedurende de eeuwen tot het Middelnederduits, dat zich verspreidde naar Noord-Duitsland en onze regio. Tijdens de fase van het Middelnederduits ontstonden de huidige Nedersaksische streektalen, zoals het Drents, Stellingwerfs en Twents.

De invloed van status en prestige

De invloed van status en prestige op het gebruik van een taal is erg belangrijk. Rond de tijd van de Bijbelvertalingen begon het Nedersaksisch meer en meer aan invloed te verliezen. Het centrum van de handel verschoof van de Hanze meer en meer richting de grote steden in het westen, waar het dialect ‘Hollands’ de boventoon voerde. Langzaam maar zeker begon het Hollands dialect een steeds grotere positie te verwerven, die uiteindelijk het Nedersaksisch heeft overvleugeld en in heel Nederland de standaard werd. Hier komt ook de dubbele benaming voor de standaardtaal ‘Nederlands’ vandaan. Hollands betekent van oorsprong het dialect dat in het westen wordt gesproken en Nederlands betekent de standaardtaal die we nu in ons hele land spreken.

De dominantie van het Nederlands zorgde voor een verval in het Nedersaksisch taalgebruik. In de 20e eeuw resulteerde dit er zelfs in dat er stereotypen ontstonden en mensen hun kinderen niet meer het Nedersaksisch bijbrachten, uit angst ‘boers’ te klinken of later geen baan te kunnen vinden. Of erger nog: het Nedersaksisch zou de ontwikkeling van het Nederlands zelfs ‘in de weg zitten’ bij kinderen. Dit fenomeen is bij menigeen herkenbaar: de ouders spraken thuis altijd Nedersaksisch met elkaar, maar niet met de kinderen. Vreemd? Toch? Gelukkig weten we vanuit onderzoek naar meertaligheid nu wel beter: meertaligheid zorgt voor beter werkende hersenen en nog veel meer voordelen.

Erkenning en promotie 

Aan het eind van de 20e eeuw begon zich door deze nieuwe inzichten in meertaligheid en het hernieuwde inzicht in het belang van identiteit en cultuurerfgoed een soort ‘streektaalrenaissance’ te ontwikkelen. Langzaam maar zeker kwam dit op gang. Een belangrijke mijlpaal hierin was de erkenning via het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden eind jaren negentig. Het Nedersaksisch werd eindelijk officieel erkend door het rijk als streektaal.

Veel nieuwe initiatieven kwamen opzetten en de beschermde status resulteerde in nieuwe afspraken en projecten. In oktober 2019 werd het Nedersaksisch officieel erkend als een aparte, volwaardige taal. Dit werd vastgelegd in het nationale Convenant Nedersaksisch. Het doel van dit convenant is om taalbarrières te verminderen en het Nedersaksisch te laten floreren in alle aspecten van het dagelijks leven. Provincies en gemeenten spelen hierbij een belangrijke rol, met ondersteuning van het rijk, om het Nedersaksisch te laten bloeien in de moderne samenleving.

Meld je aan voor de LTNS nieuwsbrief door de onderstaande gegevens in te vullen.

* vereist