Twents

Twents als onderdeel van het Nedersaksisch 

Het Twents vormt een onderdeel van het Nedersaksisch. Andere Nedersaksische dialecten in Nederland zijn het Drents, het Gronings, het West-Overijssels, het Achterhoeks, het Stellingwerfs, het Veluws en de dialecten van enkele plaatsen rond de voormalige Zuiderzee. Het Twents is van al deze dialecten wel het meest Nedersaksisch. Het grenst aan het gebied in Duitsland waarvandaan (vooral rond 1200) de belangrijkste taalinvloeden gekomen zijn, en het ligt relatief ver weg van het westen van Nederland, het epicentrum van de Nederlandse standaardtaal.  

 De plaats van het Twents binnen het Nedersaksisch 

De umlaut van lange klinkers vinden we in Nederland in het hele Nedersaksische taalgebied, maar niet overal even sterk. Soms zien we het alleen in bepaalde woorden, maar in Twente vinden we de umlaut ook in bepaalde vormverschijnselen, zoals de tegenwoordige tijd van sterke werkwoorden (hee löp, van het werkwoord lopen), verkleinwoorden (köpke, verkleinwoord van kop) en meervouden (hönde, meervoud van hond). Vooral dat laatste is typisch-Twents. 

Een ander typisch verschijnsel waarmee het Twents zich onderscheidt van de overige Nedersaksische dialecten is de ee in woorden die in het Nederlands een ie hebben:  breef, deef, knee, leed, reem, reet, spegel, zeek, en de oo in woorden die in het Nederlands een oe hebben: bloom, dook, hood, hook, koo, ploow ‘ploeg (werktuig)’, schoon, voot 

 

Variatie binnen het Twents 

Het Twents is geen eenheidstaal, binnen Twente zijn er ook weer verschillen. Een belangrijk onderscheid is dat tussen Noord-Oost-Twente en Zuid-West-Twente. In NoordOost-Twente is de laatste e weggevallen van woorden als flessefietse, vrouwe. Ze klinken daarmee net als het Nederlandse fles, fiets, vrouw, terwijl het Zuid-West-Twents meer overeenstemt met de rest van de Nedersaksische dialecten, waarin de e aan het woordeinde nog altijd te horen is. Een ander typisch Noord-Oost-Twents verschijnsel is de w aan het eind van woorden waarin de overige Twentse en Nedersaksische dialecten een g hebben: bruw ‘brug’, ruw ‘rug’, row ‘rogge’. 

In Twente, dat aan Westfalen grenst, heeft dat natuurlijk het sterkst doorgewerkt (en waren de invloeden van andere dialecten het zwakst), zodat het Twents door verschillende dialectologen (om te beginnen Johan Winkler) als ‘het meest zuivere Nedersaksisch’ wordt gekarakteriseerd. In de loop der eeuwen is dat zuivere, van oorsprong Westfaalse karakter natuurlijk wel teruggedrongen. Maar in Vriezenveen bleef het relatief goed bewaard.  

 

Vriezenveen en de zeven zusters van het Overijsselse dialect 

 De mannelijke bevolking van Vriezenveen was vaak van huis voor de handel (die tot in Rusland toe reikte), en drukte bij thuiskomst de pogingen van de jeugd om de taal te vernieuwen resoluut de kop in. Tot op de dag van vandaag neemt het Vriezenveens in het Twentse taallandschap daardoor een geheel eigen plaats in.   

Het Vriezenveens is dus een buitenbeentje binnen het Twents. Vandaar dat we het Twents eigenlijk in drie delen kunnen opsplitsen: het Noord-Oost-Twents, het Zuid-West-Twents, en het Vriezenveens. Buiten die drie vinden we in Overijssel nog het Sallands, het Noord-Overijssels, het Vechtdals en een klein gebiedje dat bestaat uit de dialecten van Blokzijl, Blankenham en Kuinre. Tezamen vormen zij de zeven zusters van het Overijsselse dialect. 

 

Sprekers:

Taalfamilie:

Varianten

Taalinstituut:

Taalgebied:

412.800

Indo-Europees

  • Germaans
    • West-Germaans
      • (Ingveoons)
        • Nederduits
          • Nedersaksisch
  • Twents
  • Twents-Graafschaps

Sprekers:

412.800

Taalfamilie:

Indo-Europees > Germaans >West-Germaans (Ingveoons) > Nederduits > Nedersaksisch

Varianten

Twents - Twents-Graafschaps

Taalinstituut

Kreenk vuur de Twentse Sproak

Taalgebied:

Meld je aan voor de LTNS nieuwsbrief door de onderstaande gegevens in te vullen.

* vereist